fbpx

De plannen van Minister van Gennip

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Karien van Gennip, heeft plannen gepresenteerd om de flexibiliteit op de arbeidsmarkt terug te dringen. Volgens haar is de arbeidsmarkt te flexibel en is er te weinig vastigheid. Een van haar plannen is om de nul uren contracten te vervangen door een andere vorm van contracten. Dit plan heeft tot veel discussie geleid, want de vraag is wie hier nu eigenlijk bij gebaat is?

Wat is een nul uren contract?

Een nul uren contract is een arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever geen garantie biedt voor een minimaal aantal werkuren per week of per maand. In plaats daarvan wordt de werknemer oproepbaar gehouden voor werkzaamheden. Dit soort contracten zijn vooral populair bij werkgevers die behoefte hebben aan flexibele arbeidskrachten, bijvoorbeeld in de horeca, de zorg of de detailhandel.

Volgens de Minister van Gennip zijn nul uren contracten onzeker en bieden ze weinig perspectief op een vaste baan. Bovendien zorgen ze voor ongelijkheid tussen werkgevers en werknemers. Werkgevers kunnen namelijk profiteren van de flexibiliteit van de nul uren contracten en werknemers hebben weinig zekerheid over hun inkomen en hun arbeidsvoorwaarden.

Van nul naar basiscontracten

Het plan van de minister is om nul uren contracten te vervangen door een andere vorm van contracten. Hierbij krijgen nul uren contractanten voortaan een basiscontract dat waarschijnlijk het gemiddeld aantal uren van de afgelopen 6 maanden zal omvatten. Hierdoor krijgen werknemers meer zekerheid over hun inkomen en hun arbeidsvoorwaarden. Werkgevers moeten dan wellicht meer investeren in de planning van hun werknemers en meer werknemers in vaste dienst nemen.

Het is echter de vraag of deze plannen van de minister wel zo gunstig zijn voor de werknemers. Het basiscontract dat ze voorstelt biedt namelijk nog steeds weinig zekerheid en vrijheid. Werknemers kunnen niet meer zelf bepalen wanneer ze werken en moeten een vast aantal uren per week werken. Hierdoor verliezen ze de vrijheid om hun werk en hun privéleven naar eigen inzicht in te delen. Ook kan het basiscontract nadelig zijn voor werkgevers die behoefte hebben aan flexibiliteit in hun personeelsbestand. Door een vast aantal uren per week af te spreken met hun werknemers, kunnen werkgevers minder flexibel omgaan met pieken en dalen in hun werkzaamheden. Dit kan bijvoorbeeld een probleem zijn in de horeca, waar de drukte afhankelijk is van het seizoen en het weer.

Wensen van werknemers

Een ander kritiekpunt op het plan van de minister is dat het geen rekening houdt met de behoeften en wensen van werknemers. Sommige werknemers zijn juist gebaat bij de flexibiliteit van een nul uren contract. Denk bijvoorbeeld aan studenten die naast hun studie willen werken, of aan ouders die hun werk willen combineren met de zorg voor hun kinderen. Voor deze groepen kan een nul uren contract juist de ideale oplossing bieden, omdat het hen de vrijheid geeft om hun werk en hun privéleven te combineren op een manier die bij hen past.

Bovendien zijn er ook werkgevers die baat hebben bij nul uren contracten. Kleine bedrijven bijvoorbeeld, die behoefte hebben aan flexibele arbeidskrachten maar geen budget hebben om vaste medewerkers aan te nemen. Door te werken met nul uren contracten kunnen zij hun personeelskosten beter beheersen en profiteren van de flexibiliteit van de arbeidsmarkt.

Al met al is het plan van de Minister van Gennip om nul uren contracten te vervangen door basiscontracten dus niet onomstreden. Het biedt werknemers weliswaar meer zekerheid en perspectief op een vaste baan, maar het beperkt ook hun vrijheid en flexibiliteit. Bovendien kan het plan nadelig zijn voor werkgevers die behoefte hebben aan flexibiliteit in hun personeelsbestand.

Maatwerkcontracten als oplossing

Om tot een beter plan te komen, zou de Minister van Gennip meer rekening kunnen houden met de behoeften en wensen van zowel werkgevers als werknemers. Bijvoorbeeld door meer ruimte te bieden voor maatwerkcontracten, waarbij werkgevers en werknemers samen afspraken maken over de inhoud en de voorwaarden van het contract. Op die manier kan er meer flexibiliteit worden geboden, zonder dat dit ten koste gaat van de zekerheid en de vrijheid van werknemers.

Investeren in scholing en opleiding

Ook zou de Minister van Gennip meer kunnen investeren in scholing en opleiding, zodat werknemers zich beter kunnen voorbereiden op de veranderende arbeidsmarkt. Door bijvoorbeeld bijscholingsprogramma’s aan te bieden, kunnen werknemers zich blijven ontwikkelen en kunnen zij beter inspelen op de veranderende vraag naar arbeid.

Hoe nu verder?

Al met al zijn er dus verschillende manieren waarop de flexibiliteit op de arbeidsmarkt kan worden teruggebracht, zonder dat dit ten koste gaat van de vrijheid en de zekerheid van werknemers. Door meer ruimte te bieden voor maatwerkcontracten en te investeren in scholing en opleiding, kan de arbeidsmarkt worden aangepast aan de veranderende behoeften van werkgevers en werknemers, en kan er een goede balans worden gevonden tussen flexibiliteit en vastigheid.

HaaeR © 2024
Haaer is ingeschreven bij de KVK te Amsterdam nr. 89563484